Minder empathie is niet de oplossing

Onlangs las ik een interview van Paul Bloom door Jeroen Pen over zijn boek Against empathy, waarin Paul beweert dat minder inlevingsvermogen bij mensen voordelen kan bieden voor de samenleving. Om te beginnen moet ik toegeven dat ik zijn boek niet gelezen heb, maar de voorbeelden die in dit interview langskomen overtuigen mij niet dat minder empathie beter is voor deze wereld. Integendeel, ik denk dat een aantal van zijn voorbeelden laten zien dat de wereld nog altijd een gebrek aan empathie kent.

In het begin van het interview staat een quote die meteen de kern van de boodschap van Paul beschrijft: “Empathie zou in theorie een goede stok achter de deur kunnen zijn om eindelijk eens iemand te helpen en iets goeds te doen. Alleen, zo werkt de praktijk niet. Uit onderzoek blijkt dat we meer empathie voelen voor mensen in onze eigen sociale groep: mensen die op ons lijken, mensen die erg knap zijn, of jonge kinderen. Onze empathie is dus ontzettend bevooroordeeld.”

Om mijn standpunt kracht bij te zetten, wil ik beginnen met een vergelijkbare boodschap te bouwen rondom een heel ander onderwerp: “Lezen zou in theorie een methode moeten zijn om op zeer hoge snelheid informatie uit geschreven bronnen te vergaren. Alleen, zo werkt de praktijk niet. De gemiddelde leessnelheid van volwassenen lijkt te blijven hangen rond de 240 woorden per minuut. Veel mensen moeten teksten ook meer dan éénmaal lezen om te begrijpen wat er geschreven staat.”

De minimale ontwikkeling

Met een minimaal ontwikkelde empathie zijn mensen blijkbaar in staat om zich in te leven in anderen. De eerste vruchten werpen zich af wanneer mensen voldoende in staat zijn om zich in te leven in anderen uit de eigen sociale groep. Ik kan me voorstellen dat dit het gevoel geeft dat je een goed mens bent. Echter, zoals bovenstaande boodschap van Paul aangeeft, blijkt deze eerste stap in de ontwikkeling van empathie onvoldoende te zijn om jezelf ook in te kunnen leven in personen die minder op je lijken.

Je ziet datzelfde met lezen. Op de basisschool leren we letters, woorden en uiteindelijk zinnen. We kunnen verhaaltjes voortaan zelf lezen en kunnen geschreven lesmateriaal tot ons nemen. Dit geeft een geweldig gevoel van vrijheid, zelfstandigheid en trots. Deze eerste stap is echter nog onvoldoende om moeilijkere teksten te begrijpen en in acceptabele tijd relevante informatie te vinden in grote hoeveelheden tekst.

In beide voorbeelden zie je dat het behalen van de eerste successen ervoor zorgt dat zo’n vaardigheid je al waarde levert. Echter is er in beide vaardigheden nog grote ruimte om jezelf verder te ontwikkelen na deze eerste successen. Je kunt je empathie verder ontwikkelen, zodat je jezelf ook kunt inleveren in mensen die verder van je af staan, net zoals je je leesvaardigheden verder kan ontwikkelen, zodat je in staat bent effectiever door teksten heen te komen.

Het voorbeeld van de vaccinatie

In het interview worden een aantal voorbeelden aangehaald door Paul die hij gebruikt om zijn standpunt te demonstreren. Ik wil er een tweetal uitlichten en laten zien waarom hij er in deze voorbeeld naast zit met zijn redenatie.

Stel, één kind sterft onfortuinlijk na een vaccinatie. Leg je alle vaccinaties van die soort dan plat? Empathie laat je zeggen: ‘Ja, help dat kind, verbied die vaccinatie’. Want verplaats je eens in dat kind, of in de moeder van dat kind.

In dit voorbeeld wordt volledig naast de boot gegrepen. De laatste zin beschrijft empathie correct: je kunt jezelf verplaatsen in het kind of in de moeder van het kind. Maar empathie laat je helemaal niet zeggen dat je vaccinatie moet verbieden. Empathie geeft je inzichten, maar legt je geen keuzes op.

Het maken van beslissingen is een andere vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Personen waarbij empathie zich op dit minimale niveau heeft ontwikkeld, maar die nog niet de vaardigheid hebben ontwikkeld om eerst meer informatie te vergaren alvorens een overwogen beslissing te nemen, komen mogelijk tot de conclusie dat vaccinatie maar verboden moet worden.

Je zou echter verder kunnen kijken, bijvoorbeeld door je ook in te leven in de kinderen en ouders die de ziekte oplopen waar het vaccin ze tegen zou moeten beschermen. Die onnodige ziektes kunnen voorkomen worden. De situatie blijkt dus complexer te zijn dan in eerste instantie gedacht: het vaccin heeft zowel voordelen als nadelen.

Om te bepalen of de voordelen opwegen tegen de nadelen heb je een andere vaardigheid nodig dan empathie. Je uiteindelijke beslissing zal mogelijk zelfs afhangen van persoonlijke prioriteiten, zoals geloofsovertuiging, risico-aversie, e.d. Aan het maken van een te makkelijke beslissing ligt dus niet een te hoge empathie aan ten grondslag, maar een te lage ontwikkeling van andere vaardigheden.

Het voorbeeld van Trump

Het tweede voorbeeld dat ik uit het genoemde interview aanhaal is die waarin Trump zich beroept op empathie om zijn standpunt te maken. Trump kiest hierbij, net als elke politicus die een groep wil overtuigen, om middelen te kiezen die effectief zijn voor zijn doel. Een politicus die weet dat zijn volk een niveau van empathie heeft dat voldoende is om zich te kunnen inleven in één kant van het verhaal, kan daar gebruik van maken.

Toen Trump woede tegen immigranten wilde aanwenden, sprak hij heel bewust over de slachtoffers van misdaden begaan door immigranten. ‘Put yourself in their shoes’, zei hij dan, om vervolgens voor een muur te pleiten

Diezelfde politicus weet ook dat de doelgroep van zijn boodschap zich niet inleeft in de mensen aan de andere kant van de te bouwen muur. Als ze dat wel zouden doen, zouden ze waarschijnlijk de complexiteit van de situatie inzien, waardoor ze misschien helemaal niet meer weten wat een goede oplossing is. In ieder geval zouden deze mensen dan niet heel gemakkelijk meer te overtuigen zijn dat het bouwen van een muur de beste oplossing is.

Wat dit voorbeeld van Paul heel mooi demonstreert is dat mensen zich makkelijker laten overtuigen voor een oplossing die slechts voor één groep verbetering biedt als hun empathie minder sterk is ontwikkeld. Dus in plaats van een oplossing te zoeken in het verlagen van empathie of het zelfs proberen uit te bannen, zou het een positiever effect hebben als mensen hun empathie verder zouden ontwikkelen dan het minimale niveau.

Maar wat dan?

Richting het einde van het interview bepleit Paul dat we onze best moeten doen om voor elke beslissing een kosten-batenanalyse te maken. Dit wordt neergezet als een alternatief voor empathie. We moeten ons minder laten overhalen door empathische argumenten.

Ik zie het maken van beslissingen op deze manier niet als een alternatief voor empathie, maar eerder als een essentiële vaardigheid die ermee te combineren is. Een goed ontwikkeld empathisch vermogen stelt je in staat om je ook in te leven in de mensen die “de vijand” of “de anderen” worden genoemd. Vervolgens kun je de informatie uit empathische bronnen combineren met andere informatie en op basis daarvan een rationele beslissing maken.

Overigens eindigt het verhaal met een mooie opmerking van Paul dat hij als vader heeft gemerkt wat een beter ontwikkelde empathie hem heeft opgeleverd. Hij kon zich inleven in de emoties van zijn kind en ontdekte dat hij een vaardigheid moest ontwikkelen om rationele beslissingen te maken terwijl je overspoeld wordt door emotie. Het doet mij goed te lezen dat hem dat is gelukt. Ik hoop echter dat hij anderen een dergelijke kans niet ontneemt in de overtuiging dat empathie niet goed voor ze zou zijn.

Plaats een reactie